“Doortrekken maar!” is een prentenboek dat bedoeld is voor peuters van 2 tot 4 jaar. Kinderen in deze leeftijdscategorie zijn bezig met zindelijk worden en hebben meer dan eens moeite met poepen op de wc. Vaak heeft dit te maken met angst. Dit kan zijn: angst voor het poepen zelf, angst voor de wc, het wegspoelen van iets van henzelf of het geluid van het doorspoelen. Bij sommige kinderen is de angst zo groot dat ze hun ontlasting proberen op te houden. Daardoor komt obstipatie of verstopping vaak voor bij peuters.
Tijdens mijn werk als pedagogisch medewerker op het kinderdagverblijf merkte ik dat veel kinderen meer moeite hadden met poepen dan met plassen op het toilet. Ook mijn eigen kinderen hadden er alle drie moeite mee en daarom tekende ik de eerste versie van dit boekje voor hen. Later leende ik het boekje regelmatig uit aan ouders van peuters op mijn werk. Elke keer had het een positief effect. Er zijn 101 boekjes over op het potje of de wc plassen. Maar over poepen is minder te vinden, vandaar dat ik besloot om dit boek uit te geven.
Het verhaal wordt met humor verteld door schattig ogende poepfiguurtjes. Ze vertellen dat iedereen poept, ieder mens en ieder dier. Ze vertellen op een eenvoudige manier hoe ze ontstaan (alles wat je eet wordt door je buik omgetoverd in een poepie), en waar ze goed in zijn (zwemmen en stinken!). Ook vertellen ze over hun probleem; dat sommige kinderen hun poep ophouden of alleen in een luier willen poepen en wat daar de consequenties van zijn (pijn in je buik en harde poep). Wanneer ze in een luier belanden kunnen ze niet naar het riool… Er wordt uitgelegd wat het riool is; een zwembad voor poepies, onder de grond.
Door deze uitleg krijgen peuters een beeld bij wat er gebeurt als je de wc doortrekt. Dit helpt ze minder angstig te zijn. De wc is niet meer eng, maar een leuke waterglijbaan naar het zwembad. De poep is niet meer “lastig” of “eng”, maar juist “lief.” De kinderen krijgen er sympathie voor en gunnen het hun “poepie” om te kunnen zwemmen in het riool. Voor veel kinderen is dit genoeg om de angst te laten verdwijnen.
Nog enkele tips: het belangrijkste is het om geduldig en ondersteunend te zijn tijdens de zindelijkheidstraining. Moedig je peuter aan om het toilet te gebruiken, maar oefen geen druk uit. Geef positieve feedback en beloningen voor het proberen. Op deze pagina kun je een beloningskaart met poepies downloaden.
Praat met je peuter over het verhaal in dit boekje. Trek samen het toilet door en vertel dat het poepie nu lekker mag zwemmen in het riool bij zijn vriendjes. Onderzoek samen zijn/haar buikje, zouden er poepies in zitten? Zitten die dan ook zo op elkaar gestapeld net als in het verhaal? Mogen ze eruit om doorgespoeld te worden?
Bedenk dat ieder kind anders is en zijn of haar eigen tempo bij zindelijkheidstraining heeft. Geduld, begrip en positieve
ondersteuning zijn vaak de sleutel tot het omgaan met poepproblemen bij peuters. Raadpleeg altijd een arts als je je zorgen maakt over de gezondheid van je kind.